De ogen (horizonbepaling), het middenoor (kompaswerking) en sensoren in de gewrichten sturen continu informatie via de zenuwen naar onze kleine hersenen. De kleine hersenen integreren de informatie, zodat we op elk gewenst moment van de dag kunnen vertellen in welke houding we ons bevinden (zie kader). Dat is essentieel voor onze coördinatie en voor het bewaren van ons evenwicht.
De kleine hersenen kunnen hun coördinerende werk alleen goed uitvoeren als de informatie goed wordt overgebracht via de zenuwen. Gebeurt dat niet dan kan dat leiden tot evenwichtsstoornissen, duizeligheid, onhandigheid (laten vallen van voorwerpen) of een gestoord looppatroon.
Er zitten meer gewrichtssensoren in de handen, kaakgewrichten en nek dan in andere lichaamsdelen. Afwijkingen in de nek of kaak veroorzaken daarom snel duizeligheid en evenwichtsproblemen. Een bekend voorbeeld is een slag op de kaak bij een bokswedstrijd!
De chiropractor gaat aan de hand van het vraaggesprek, lichamelijk onderzoek en beeldmateriaal (röntgenfoto’s of scans) op zoek naar de oorzaak. Wordt de duizeligheid niet veroorzaakt door een bewegingsstoornis in de nek of bijvoorbeeld kaak, dan verwijst hij u door.